Een balanshouding kan je confronteren met een aantal dingen. Het kan bijvoorbeeld lastig zijn om te erkennen dat je niet helemaal in balans bent, in welk opzicht dan ook.
In een balanshouding is dat gauw zichtbaar, al was het maar omdat je je gedachten er niet helemaal bij kunt houden. Kortom: je kunt je niet zo goed concentreren.
Omvallen
Als er iets is dat onontbeerlijk is in een balanshouding dan is het wel een optimale concentratie. Het ontbreken hiervan resulteert vrijwel direct in het feit dat het hele gevaarte (lees: jij) omver valt!
En als we het toch over confronterend hebben: in een les waarbij ook andere mensen aanwezig zijn, wil jij natuurlijk niet degene zijn bij wie dit gebeurt.
Voordeel
Dat is dan wellicht een extra een voordeel van Online Yogales. Je oefent zelf en niemand ziet het als je een beetje wankelt in balanshouding.
Anderzijds lijkt het mij goed om je niet zo bezig te houden met wat buurman of buurvrouw ervan vindt. Stem af op je innerlijke stem en luister eens naar wat die je allemaal te vertellen heeft.
De buitenwereld komt daarna wel weer voldoende aan bod.
Soms zus, soms zo
Iets anders om te onthouden, is dat je balans op elk moment anders is. Het is nu eenmaal de natuur der dingen dat alles in je en om je heen veranderlijk is.
De kunst is niet om die veranderingen tot stilstand te brengen. Want geloof me: dat zal je niet lukken. De kunst is om van moment tot moment waar te nemen hoe de situatie is en daar je weg in te vinden.
Als er iets is wat je probeert te veranderen dan is dat ‘slechts’ de manier waarop je ernaar kijkt!
Balanshouding is een oefening om jezelf heel fysiek toe te staan om een eigen balans te vinden. Iedere keer opnieuw.
Je mag erop vertrouwen dat jij en je lichaam daartoe in staat zijn…
Instructie
Ga staan op handen en knieen. Plaats de handen recht onder de schouders en de knieen recht onder het bekken. De nek is in het verlengde van de rug. In de onderrug is sprake van een natuurlijke holling.
Voel hoe je in deze positie staat en hoe het is met je balans. Op dit moment.
Breng dan het rechterbeen gestrekt naar achteren en hef het been zo mogelijk tot ongeveer heuphoogte. Richt je blik op een punt vlak voor je.
Als je voldoende balans voelt, hef je de linkerarm. Tot ongeveer schouderhoogte. Rechterbeen en linkerarm zijn als het goed is in lijn met elkaar.
Let erop dat het lichaam niet scheef gaat hangen. Probeer het lichaamsgewicht zo evenredig mogelijk te verdelen over de hand en de knie die nu op de mat rusten.
Blijf je concentreren op het vaste punt voor je op de mat.
Na enige tijd zet je, heel beheerst, linkerhand en rechterknie terug op de mat.
Neem even een momentje om de balans te ervaren op de vier pijlers waarop het lichaam steunt, op handen en knieen.
Vervolgens breng je het linkerbeen gestrekt naar achteren en hef je dat been tot ongeveer heuphoogte. Bij voldoende balans breng je daarna de rechterarm gestrekt naar voren tot ongeveer schouderhoogte. Laat het lichaam een eigen balans zoeken.
Houd in de gaten dat je het lichaam niet uit het lood trekt en dat het niet scheef gaat hangen.
Oefen je concentratie en neem het proces van balanceren in het lichaam waar.
Na enige tijd breng je rustig en gecontroleerd de rechterhand en de linkerknie terug naar de mat.
Breng het zitvlak naar de hielen. Leg de onderarmen en het voorhoofd op de mat, tot in Gebedshouding.
Voel deze balanshouding een moment na.