De Heupopheffing of Kandharasana is een houding waarin je een achteroverbuiging doet vanuit rugligging. Dat is bijzonder want de meeste achteroverbuigingen zijn vanuit buikligging of staand, op de voeten of op de knieën. In de Heupopheffing hef je het bekken en breng je in de eindhouding het bovenlichaam rustend op de schouders.
Het is echter niet noodzakelijk om helemaal tot op de schouders te komen. Betracht mildheid in Kandharasana en breng het bekken tot dat punt waarin je je nog redelijk comfortabel voelt. Houd je aan de drie kenmerken van een Yogahouding.
De Heupopheffing kan ook in dynamische versie worden beoefend. In dat geval breng je zitvlak, bekken en rug omhoog op de inademing en laat je alle delen geleidelijk terugkeren naar de mat op een uitademing. Probeer heel bewust deel voor deel de bewegen, zowel in de weg omhoog als in de weg terug naar de mat.
In Kandharasana ben je in de gelegenheid om met veel aandacht het grootste gedeelte van de wervelkolom waar te nemen. Deze tijd is zeer goed besteed, aangezien je wervelkolom een buitengewoon belangrijk deel van het menselijk lichaam vormt. In vele opzichten.
Instructie
Ga liggen op je rug en buig je benen. Zet de voeten op de mat, een stukje uit elkaar, zeg even breed als de schouders. Ontspan de rug en leg de armen langs het lichaam met de handpalmen naar beneden.
Maak dan het zitvlak los van de mat en breng geleidelijk het bekken de heupen omhoog, tot er een schuine lijn ontstaat van de knieën naar de schouders. Je staat nu in Kandharasana.
Houd de Heupopheffing even vast en laat de wervelkolom dan wervel voor wervel terugkeren naar de mat. Leg deel voor deel weer neer, het zitvlak als laatste. Laat de adem rustig doorstromen en ontspan de rug.
Op een volgende inademing breng je nog eens het zitvlak en het bekken omhoog. Tot de schuine lijn weer zichtbaar is van de knieen naar de schouders. Houd de handpalmen plat op de mat liggen.
Geef de adem de ruimte en observeer het rijzen en dalen van de buik bij de in- en de uitademing. Ervaar een achteroverbuiging in het lichaam vanuit Kandharasana.
Inademend hef je het bekken dan nog iets meer, uitademend laat je de rug, wervel voor wervel, terugkomen naar de mat. Het zitvlak als laatste.
Na een paar tellen rust breng je dan nog een derde en laatste keer het zitvlak en de rug omhoog. Verstrengel nu de handen onder de rug en breng de ellebogen wat naar elkaar toe. Schuifel wat in de schouders, tot je zoveel mogelijk met het bovenlichaam op de schouders staat. De voeten blijven stevig op de mat staan. Let er daarbij op dat de knieen niet verder uit elkaar gaan. Deze blijven idealiter ongeveer schouderbreed naar voren wijzen.
Blijf even in de Heupopheffing staan. Adem dan een keer in en hef het bekken licht. Haal de handen uit elkaar en plaats ze naast het lichaam. Leg vervolgens op een uitademing deel voor deel de rug, het bekken en het zitvlak terug op de mat.
Breng de voeten iets uit elkaar en laat de tenen naar buiten vallen. Leg de armen nog iets verder van het lichaam, met de handpalmen omhoog.
Voel Kandharasana een moment na.