Het kan zijn dat de beginhouding van de Zittende Torsi of Ardha Matsyendrasana, namelijk zitten met je benen gestrekt voor je, al een oefening op zich voor je is. Bij sommigen van mijn leerlingen zie ik in deze uitgangspositie een kleine worsteling plaatsvinden. Het bovenlichaam helt bij hen in meer of mindere mate achterover en dat voelt niet zo aangenaam aan.
Zoals ik al eerder beschreef bij de Tanghouding, zijn onze ruggen het vaak niet meer gewend om op eigen kracht rechtop te zitten. Neem bij het doen van deze oefening waar hoe het er wat dat betreft met je voorstaat.
Zorg er in elk geval voor dat je deze situatie op een vriendelijke, milde manier benadert. Ook je oordelen over hoe je denkt dat het zou moeten zijn. Met de juiste intentie en met bereidheid komt het allemaal wel. Oefen geduld!
Draaiing
In de volgende fase in de houding is sprake van een draaiing, ook wel een torsi genoemd. Het bovenlichaam wordt zogezegd getordeerd, of in simpelere bewoordingen: gedraaid. Je kunt die draaiing waarnemen in de wervelkolom (rug en nek), maar ook in de organen van het bovenlichaam.
De Zittende Torsi of Ardha Matsyendrasana is vergelijkbaar met de Liggende Torsi. Ook hier kun je spreken over een soort ‘uitwringen’ van vitale lichaamsorganen. Opgehoopt afval kan die organen met behulp van torsi’s gemakkelijker verlaten. Net als bij de Liggende Torsi is het hierbij belangrijk om gedurende de dag voldoende water te drinken.
Matsyendra
Je zou de zittende torsi ook de houding van Matsyendra kunnen noemen. Matsyendra of Matsyendranath was een wijze man in het oude India. Er doen verschillende verhalen over hem de ronde, dus een precieze datering is lastig te geven. Hoe het ook zij: deze zittende torsi is naar hem vernoemd.
We weten in ieder geval dat hij een toegewijde yogi was. Een yogi is iemand die yoga beoefent, in de breedste zin van het woord. Aan hem wordt bovendien het Indiase geschrift de Matsyendra Samhita toegeschreven. Dit is een verzameling van mantra’s en hymnes.
Instructie
Ga zitten op je mat, met je benen gestrekt voor je. Wiebel wat heen en weer over de zitbeentjes en zet de rug dan goed rechtop. Leg de handen op de bovenbenen, met de handpalmen omhoog. Schouders zijn laag en ontspannen. Maak de nek lang, houd de hals zacht en strek het kruintje richting plafond. Voel hoe je zit.
Buig dan het rechterbeen en plaats de vechtervoet over het linkerbeen. Zet de voet neer ter hoogte van de linkerknie. Breng dan de linkerarm om de rechterknie. Houd de rug goed rechtop en duw de rechterknie lichtjes richting de borst.
Adem rustig in en op een uitademing draai je het bovenlichaam wat naar rechts. Het hoofd draait mee, zodat het gelaat naar achteren gericht is. Je kunt je ogen sluiten als je dat prettig vindt. Voel de werking van de torsi in het bovenlichaam.
Kom na enige tijd (dat mag best even zijn voor deze houding!) op een inademing terug naar het midden. Leg op een uitademing het rechterbeen weer gestrekt neer naast het linkerbeen. Plaats de handen op de bovenbenen, met de handpalmen naar boven. Voel de torsi een moment na.
Doe de houding dan aan de andere zijde. Plaats het linkerbeen over het rechterbeen. Breng de rechtarm om de linkerknie. Draai deze keer, op een uitademing, naar links.
Neem ook na de draaiing aan de linkerzijde de tijd om de torsi na te voelen. Voel de balans in het lichaam.